Hoe je (g)een tweedehands skelter moet kopen
Met een rood hoofd van de warmte en een natte rug van de inspanning rijdt ik met een skelter langs een middelbare school. Dat wil zeggen; de skelter rijdt. Ik loopt er ongelukkig gebogen naast, met mijn ene hand op het stuur en de andere op het stoeltje. Met mijn 1m79 is dat bij lange na niet hoog genoeg om een beetje comfortabel te kunnen lopen. Wel was het hoog genoeg om niet in de auto te passen. Gelukkig is het zaterdag en is de school leeg. Desondanks vermoed ik dat er wel degelijk naar me gekeken wordt. Meewarig. Vragend. Wat zou er gebeurd zijn? Heeft die vrouw een skelter gevonden bij het grofvuil en kon ze hem niet laten staan? Heeft haar kind hem ergens achtergelaten omdat hij de banden lek gereden had? Maar nee. De waarheid is dat ik er voor betaald heb. Mogelijk nog teveel ook.
Al een tijdje was ik op zoek naar een skelter voor Joas. Maandenlang speurde ik marktplaats af. Maar ik kon maar niet vinden wat ik zocht. Wellicht had het feit dat ik niet helemaal precies wist waar ik naar zocht daar iets mee te maken (mijn skelter-kennis is vrij beperkt). Maar ook was de prijs vaak te hoog, of de plaats van afhalen te ver. Of er zat te veel roest op. Of het was het verkeerde merk, of de verkeerde maat. Toch moest en zou ik de perfecte marktplaatsvondst doen. De lat lag nogal hoog voor iemand die niet eens precies wist wat ze zocht. Dat schoot dus niet op. In tegenstelling tot mijn perfectionisme is er wél een grens aan mijn geduld. Uiteindelijk zag ik nog slechts 2 opties: een gloednieuwe skelter kopen, dan wel de eerste de beste skelter die er mee door kon ophalen.
Het werd het laatste. Als ik dan toch geen briljante skelter-deal kon vinden dan maakte het allemaal niet meer uit, redeneerde ik. Alles met 4 wielen en een acceptabele prijs was prima. En toen zag ik een robuust, blauw gevaarte in mijn eigen woonplaats. Ik kreeg een stuk van de vraagprijs af, wat aan de ene kant lekker voelt maar aan de andere kant alsof je een kat in de zak aan het kopen bent, en we reden naar de andere kant van het dorp. De skelter zag er netjes uit en het kind paste er precies op, dus ik rekende af. Binnen een dag had ik ineens een skelter.
Tijdens de verhitte en spier-verrekkende terugtocht schoten mijn gedachten heen en weer van ‘lekker gewerkt’ naar ‘er moet iets mis zijn met dit ding’. Want hoe is het mogelijk dat ik na maanden speuren allerlei criteria loslaat en dan alsnog met een perfecte skelter thuis kom? Niet. Dat is niet mogelijk. Thuis zag ik her en der wat verborgen roestplekjes. En een behoorlijke beschadiging. Ook verschoof het stoeltje tijdens een woeste rit ineens naar achteren. Was het draaisysteem lam? In de advertentie had gestaan dat de skelter van een bekend topmerk was, maar nergens zag ik de merknaam op het ding. “Zie je wel,” klonk er in mijn hoofd, “dit heb je helemaal fout aangepakt!”
Joas echter racete vrolijk rondjes en speelde in twee dagen meer buiten dan hij de afgelopen twee weken had gedaan. En een blij kind dat zich buiten kan vermaken was eigenlijk het hele doel van deze actie. De skelter (en de prijs, en de manier van hem thuis krijgen) was dan misschien niet dé perfecte tweedehands koop, maar het was zeker goed genoeg. Toch moet ik dit soort aankopen misschien in een winkel doen voortaan. Dan betaal ik weliswaar de volle mep, maar het scheelt een hoop tijd aan zoeken en perfectionistisch gedoe. En bovendien is het een stuk beter voor mijn rug.
Meer van mij lezen of zien? Check dan mijn Instagram: @tekst_en_tessa
Lees hier alle blogs van Tessa op Beebs and Moms